Nieuws
2012-10-04
Bioindicatoren, de vogels
De efficiëntie van de acties van het natuurbeheer en het -herstel die gestart zijn in het kader van het LIFE Elia project kan worden ingeschat met het opvolgen van groepen van “bio-indicatoren”.
Dergelijke groepen (vogels, libellen, dagvlinders, vleermuizen, ...) staan ervoor bekend snel te reageren op wijzigingen in hun habitat.
De voorbije lente en zomer 2012 zijn nuttig gebruikt om de eerste inventarissen van vogels te maken. Het gaat erom een initiële toestand te kennen, alvorens de leefomgeving zich wijzigt.
De vogels worden geteld d.m.v. een niet-exhaustieve inventarisatiemethode : de techniek van de luisterposten. De observator plaatst zich op een geregistreerd punt, en noteert gedurende 5 minuten elke gehoorde of geziene vogel vanaf dat punt. De informatie wordt in 3 groepen verdeeld : een gehoorde vogelzang, een eenvoudig contact (vogel gezien, zonder meer of met geluiden), zekere nestvorming (op het nest, aanvoer van materiaal of voedsel, ...). Elke luisterpost wordt twee keer bezocht tijdens elke lente.
In totaal werden 49 luisterposten, verdeeld over 7 sites en 3 natuurlijke regio's, bepaald (zie kaart).
1024x768De luisterposten van het LIFE Elia project sluiten aan op het Waalse opvolgingsnetwerk van veel voorkomende vogels (SOCWAL). Ze zijn zo gepositioneerd dat ze het SOCWAL netwerk vervolledigen in gebieden die nog niet worden opgevolgd.
De vogelinventaris van 2012 heeft 50 soorten gedetecteerd.
De top 10 van de meest opgemerkte soorten volgt hierna :
- Vink (Fringilla coelebs) : 38 van 49 luisterposten
- Zwartkop (Sylvia atricapilla): 38/49
- Tjiftjaf (Phylloscopus collybita): 38/49
- Winterkoninkje (Troglodytes troglodytes): (2/49
- Merel (Turdus merula) : 30/49
- Houtduif (Columba palumbus) :28/49
- Fitis (Phylloscopus trochilus) : 26/49
- Goudhaantje (Regulus regulus) : 23/49
- Zanglijster ( Turdus philomelos) : 22/49
- Koolmees (Parus major) : 22/49
Aan de andere kant van het klassement vind je enkele soorten waarvan de nestplaatsen evenals het werkelijk nestelen eerder beperkt zijn : Sijs (Carduelis spinus) : (6 van 49) en Barmsijs (Carduelis flammea cabaret) (3/49).
Ook enkele zeldzame soorten zijn opgemerkt : Zwarte Ooievaar (Ciconia nigra),
Raaf (Corvus corax),
en Slechtvalk (Falco peregrinus).
De inventarissen per luisterpost zullen de volgende jaren worden voortgezet, maar ook nog na het LIFE Elia project, want de ontwikkeling van de bosranden zal geleidelijk zijn waardoor evoluties in de ornithologische gemeenschappen slechts op middellange en lange termijn zullen kunnen worden geobserveerd.